Iochios en de Centaur
– 1 –
Nadat hij de verzadiging had bereikt, trok de soldaat zich uit Iochios terug. Hij rolde zijn zware lichaam van hem af en ging op zijn rug naast hem in het gras liggen.
‘Bij Apollo, wat was dat lekker! Dat was lang geleden. Veel te lang.’
‘Dat voelde ik,’ grijnsde Iochios.
De jongen en de soldaat lagen achter een schuur op het terrein van de koninklijke kazerne en keken uit over de haven van Pedarchos, de hoofdstad van het eiland Paxos; daarachter schitterde de onafzienbare Aegeïsche Zee in een milde avondzon. De hitte van de dag was voorbij en in de haven was het een drukte van belang. Op de honderden boten waren de zeilen gestreken en de roeiers vertraden zich op de kade. Reizigers, kooplieden, slaven, soldaten, hoeren, waarzeggers en huisvrouwen krioelden in de straten rondom de haven. Op het grote plein werden de goederen verhandeld die op die dag waren aangevoerd door de vele schepen vanuit de wijde omgeving, van Athene tot Rhodos en Kreta, ja, zelfs vanuit Egypte en Perzië.
‘Zal ik jou ook nog even klaarmaken?’
‘Ja, lekker!’
Iochios draaide zich op zijn rug. De soldaat greep met zijn grote, eeltige hand Iochios’ stijve geslacht en begon hem stevig en ritmisch af te trekken. Iochios trok zijn knieën op, spreidde zijn dijen en genoot.
Na een tijdje vroeg de soldaat: ‘Hé makker, gaat het zo nog gebeuren? Ik heb straks dienst; we moeten weer naar de Chraïsche wijk, tenten bouwen en latrines graven.’ Iedereen wist dat de soldaten overuren maakten bij de hulp aan de slachtoffers van de aardbeving.
Iochios pakte zwijgend de andere hand van de soldaat en bracht die naar zijn achterste. Hij voerde de sterke vingers naar zijn anus. De man stak zijn wijsvinger erin en Iochios’ slanke lichaam begon te kronkelen. ‘Aha, dit vind je lekker, hè?’ Al gauw volgden een tweede, een derde, en ten slotte zelfs een vierde vinger. ‘Bij de goden, wat ben jij soepel!’ Iochios kreunde en toen de soldaat nog een paar keer ruw zijn vingers naar binnen stootte, terwijl hij met zijn andere hand krachtig bleef trekken, spoot Iochios zijn jongenssap in hoge bogen door de lucht tegen de schuur aan.